Het is inmiddels ruim een jaar geleden dat de wereldwijde financiële markten instortten vanwege het coronavirus. Op 16 maart 2020 knalde de S&P 500 kort na de opening met 7% naar beneden, waarna de handel 15 minuten werd stilgelegd.
Het was de derde zogeheten circuit breaker in een week, na soortgelijke onderbrekingen op 9 en 12 maart. De Dow Jones zakte met 12,9%, het op één na grootste verlies sinds de Tweede Wereldoorlog.
De S&P 500 sloot 16 maart uiteindelijk af met een verlies van 12%, terwijl de techzware Nasdaq zijn eigen record verbrak en 12,3% verloor.
De S&P 500 zou pas op 23 maart, een week later, de bodem bereiken. Van de hoogste koers op 19 februari 2020 tot de laagste koers op 23 maart zou de S&P uiteindelijk ongeveer 34% aan waarde verliezen. Daarna volgde bijna net zo snel een opmerkelijk herstel. In augustus stond de S&P weer rond het oude niveau.

Hoe kon dat gebeuren?
Het antwoord is simpel: de Amerikaanse regering en de centrale bank haalden alles uit de kast om het tij te keren.
“De beleidsmakers handelden doortastend om de wereld te redden”, zoals Paulsen het formuleerde. In de week van 16 maart 2020 lanceerde de Fed een omvangrijk monetair stimuleringsprogramma, verlaagde de rente tot bijna nul en kondigde aan over te gaan tot een groot aankoopprogramma van activa.
Even aanpassen voor traditionele beleggers
Het afgelopen jaar zijn er een hoop dingen veranderd, ook in de financiële wereld. “Alles waarvan we voorheen dachten dat het maanden zou kosten, gebeurde nu in een kwestie van dagen of uren”, zei Jim Besaw, hoofd beleggingen bij GenTrust.
Een aantal beursexperts beschreef het gedrag van sommige beleggers in het afgelopen jaar als ‘hyperactief’. Velen brengen de dramatische marktbewegingen in techsectoren zoals cyberveiligheid, sociale media en schone energie in herinnering. Maar ook de grote vraag naar risicovolle lege beurshulzen (SPAC’s), bitcoin en zogeheten microcapaandelen, ofwel heel kleine bedrijven met een hoog risicoprofiel, heeft indruk gemaakt.
Het is wel even aanpassen voor traditionele beleggers. Volgens Will McGough van Stadion Money Management zit er nu zoveel nieuw geld in de markt dat dat ‘zijn eigen impact zal hebben’. Volgens hem zijn cryptomunten en Spacs slechts vehikels om al het nieuwe geld te absorberen.
Bellenblazen met de Fed
De grote zorg voor de markten is nu niet langer het coronavirus, maar de Federal Reserve. Door een uitzonderlijk accommoderend beleid te voeren toen de pandemie uitbrak, moest de Fed overgaan tot recordaankopen om liquiditeit te kunnen blijven leveren tijdens de crisis. De Fed heeft zoveel liquiditeit verschaft dat daarmee bubbels kunnen worden gecreëerd.
In een enquête van Bank of America/Merrill Lynch onder de grootste fondsbeheerders ter wereld zei een meerderheid inflatie en een eind aan de lage rente als het grootste risico te zien voor de aandelenmarkt. Dat is een grote ommekeer, want in het afgelopen jaar werd het coronavirus consistent als eerste genoemd als het grootste risico voor de beurzen.
Fed kan geven, maar ook nemen
Matt Maley van Miller Tabak waarschuwde dat wat de Fed kan geven, ze ook kan wegnemen: “We zouden geleerd moeten hebben dat de Fed de neiging heeft veel meer accommoderend te zijn als de markt laag staat (en goedkoop is)…en de neiging heeft om een minder accommoderende positie in te nemen als de markt hoger staat (en duur is).”
De inflatie is nog steeds beperkt, 1,7% in de Verenigde Staten en nog geen 1% in de Europese Unie. Maar de inflatieverwachting aan beide kanten van de oceaan is wel opgelopen. Wordt dit het einde van TINA (There Is No Alternative)?
De bullmarkt was het afgelopen jaar vooral gebaseerd op de veronderstelling dat de rente nog lang laag zou blijven. Recent is de markt gecorrigeerd en dan vooral de technologiefondsen. De koersen van deze aandelen zijn jarenlang gestegen mede omdat de rente zo laag was.
Beleggers anticiperen op economisch herstel
Bij afwezigheid van veel economische expansie en inflatie hadden alleen de groeiaandelen de potentie winst te blijven maken. Maar nu de rente in korte tijd een fiks aantal basispunten is opgelopen vertoonde de markt ineens een andere aanblik. Aandelen van banken, verzekeraars, industriële fondsen, oliemaatschappijen en vastgoed werden opeens weer geliefd.
De verschillen zijn inmiddels opmerkelijk. Kijken we naar de AEX, dan zien we dat Royal Dutch Shell, ABN Amro, ING en Aegon allemaal tussen 25 en 31% in de plus staan. Grote technologienamen als Amazon, Microsoft en Nvidia – een paar van de winnaars van de coronacrisis – presteren dit jaar nog niet bijzonder.
Beleggers lijken te anticiperen op een economisch herstel en gaan er van uit dat de cyclische en waarde-aandelen het op korte termijn beter zullen gaan doen dan de jarenlang populaire technologie-aandelen. Daarnaast is de forse stijging van de grondstoffen en de grondstoffenaandelen opvallend. Er is als gevolg van jarenlange onderinvesteringen een tekort aan de aanbodzijde terwijl er aan de vraagzijde later dit jaar een enorme groei wordt verwacht.
‘Oplopende rente is slechts tijdelijk’
De grote vraag luidt nu of dit het begin is van een structureel oplopende rente of dat dit een kortstondige hobbel zal blijken. Volgens de centrale bankiers is de oplopende rente een tijdelijk fenomeen. De werkloosheid is immers nog hoog en van een looninflatie kan dan nog geen sprake zijn. Stijgende grondstofprijzen kunnen weliswaar enige inflatie veroorzaken, maar dat is naar verwachting van tijdelijke aard.
Mocht dat laatste daadwerkelijk uitkomen, dan zullen naar verwachting de grote winstmakers van de afgelopen jaren opnieuw de toon gaan zetten: de grote technologiefondsen en alle andere bedrijven die vanwege hun sterke marktpositie mooie marges kunnen blijven behalen. De op dit moment populaire cyclische- en waardeaandelen zullen dan opnieuw met hun neus op de feiten en smalle marges worden gedrukt.
Misschien hebben centrale bankiers het niet bij het rechte eind
Centrale bankiers genieten weliswaar veel aanzien, maar hebben uiteraard niet alle wijsheid in pacht. Het is niet uitgesloten dat ze het niet bij het goede eind hebben en dat de inflatie en de rente wel structureel stijgen. Dan ontstaat er voor beleggers een volledig nieuwe situatie. TINA is dan verleden tijd en aandelen zullen een deel van hun aantrekkelijkheid verliezen. Ook voor obligaties en vastgoed wordt het dan een andere wereld. Alleen de grondstoffen kunnen in een dergelijk beleggingsklimaat floreren.
Wat als de consument voorzichtig blijft?
Een derde mogelijk scenario zou uitkomen wanneer het algemeen verwachte economische herstel langer op zich laat wachten. Ook dan zal de inflatie weer inzakken met de rente in zijn kielzog. In feite keert dan de situatie van tijdens de coronacrisis weer terug. Dit scenario is niet volledig uitgesloten, omdat de werking van het vaccin kan tegenvallen, er nieuwe mutaties kunnen ontstaan of de consument terughoudender zal zijn in zijn bestedingen dan nu wordt aangenomen.
Kijk bijvoorbeeld China waar de consument weliswaar weer gaat besteden, maar nog wel voorzichtig blijft. In dit geval hoeven centrale bankiers niet op de rem te trappen. Sterker nog, er zouden wel eens nieuwe stimuleringsmaatregelen uit de kast gehaald kunnen worden.
Obligatiemarkten gaan centrale banken testen
In het vervolg van dit jaar zal de obligatiemarkt de centrale banken meer dan eens gaan testen. Tot hoever laten de centrale bankiers de rente stijgen en tot hoever de inflatie? Wanneer gaan ze ingrijpen en hoe? En hoe gaan de markten daar weer op reageren? 2021 kon wel eens een jaar worden waarin de obligatiemarkten en de centrale banken, lange tijd elkaars vriend, de strijd met elkaar aan gaan.
Aandelenbeleggers kunnen inzetten op winst voor de obligatiemarkt en daarmee op een rentestijging. In dat geval kunnen ze het beste waardeaandelen kopen. Ze kunnen ook inzetten op winst voor de centrale bankiers. Dat betekent dat er en voortzetting van de situatie van de afgelopen jaren komt. In dat geval kunnen ze het beste een forse weging in technologie-aandelen aanhouden. Maar in beide gevallen is er wel sprake van een gok. Natuurlijk, wanneer je het bij het rechte eind hebt is de beloning groot. Maar wat als je de plank misslaat?
Houd met beide scenario’s rekening
Een belegger doet er vooralsnog het beste aan met beide scenario’s rekening te houden. Dat komt neer op een breed gespreide portefeuille. Waardeaandelen, groeiaandelen, grondstoffen en wellicht nog obligaties. Dat betekent dat je aan het einde van het jaar verliezers in de portefeuille zult hebben, maar ook winnaars. Per saldo moet bij een herstellende economie het rendement wel positief uit kunnen pakken.